De privatisering van Stoomwezen heeft een aantal opvallende en minder opvallende veranderingen met zich meegebracht. Een van die veranderingen is de inhuur van personeel voor de beoordeling van pijpleidingsystemen bij de Centrale Beoordelingsafdeling (CBA).
Dit artikeltje is geschreven door zo'n inhuurkracht te weten: Paul Voorhaar.
Toen ik drie jaar geleden gevraagd werd om de gelederen van Stoomwezen (tijdelijk) te versterken, was ik zeer enthousiast. Eindelijk kon ik eens 'in de keuken kijken'. Bovendien zou ik kunnen zien hoe collega stress-engineers bepaalde zaken aanpakken of juist niet aanpakken.
Na deze drie jaar begrijp ik pas goed dat het vak 'stress-engineering' sterk in waarde afneemt zonder Stoomwezen en dat zonder stress-engineers het CBA geen rede van bestaan heeft. Bovendien heeft zonder Stoomwezen de industrie geen reden om kwalitatief goede stress-engineers te laten rekenen.
Maar... wat is een kwalitatief goede stress-engineer?
'Zet 10 mensen op een rij, waarvan er 1 een stress-engineer is en ik pik hem ertussenuit'.
Dat is een stelling die ik jarenlang heb verkondigd.
Een stress-engineer heeft in het algemeen een abnormale belangstelling voor computers. Vrijwel alle huidige programma's vinden hun oorsprong op de zolderkamer van een of andere stress-engineer. Deze stress-engineers ontwikkelden zelf programmatuur, omdat er nog niets bestond op dat gebied of uit onvrede over datgene wat er wèl bestond.
Tussen deze groep engineers en Stoomwezen heeft altijd een goede relatie bestaan. In veel ingenieursbureaus wordt het werk van stress-engineers vaak afgedaan als 'hobbyisme'. Opmerkingen als 'rekenen om te rekenen', 'is dat nou wel nodig' en dergelijke zijn niet van de lucht. Als een projectingenieur het een of ander 'overbodig' vindt, wordt dit vaak, in een later stadium, door Stoomwezen 'gecorrigeerd'. In feite kan je dus als stress-engineer je mening al of niet bevestigd zien.
Voor de bouw van chemische en petrochemische installaties worden tal van tekeningen en berekeningen gemaakt. Door toenemende concurrentie tussen ingenieursbureaus worden deze berekeningen steeds vaker door goedkoper en minder gekwalificeerd personeel uitgevoerd.
Veel managers hebben n.l. de volgende standpunten:
Men kan zich afvragen of de praktijk werkelijk zo simpel is en zelfs mag zijn.
De meeste bedrijven
hebben inmiddels een eigen kwaliteitssysteem, wat lang
niet in alle opzichten positief werkt. Een manager schreef mij eens als antwoord op mijn vragen over een verkeerde berekeningswijze: 'Deze berekeningswijze is geheel in overeenstemming met het kwaliteitssysteem. Het feit dat er verkeerde uitkomsten uit de berekening komen is dus geen rede om deze werkwijze aan te passen.' |
Ook bij Stoomwezen worden interne procedures voor het beoordelen steeds belangrijker. Sommige klanten wensen zelfs niet meer te betalen voor controleberekeningen. Er dient alleen maar gekeken te worden of het met de normen overeen komt en daarmee basta. Technische integriteit dreigt historie te worden. De winstcijfers gaan wèl omhoog.
Toch moeten we niet uit
het oog verliezen dat 'Het Stoomwezen' destijds in het
leven is geroepen om tegen inlevering van een deel van de
winst, de technische integriteit te garanderen. De 'regels' en 'normen' zijn in het algemeen ontstaan uit commissies van stress-engineers en afgevaardigden van Stoomwezen. Ze zijn dus het resultaat van kennisuitwisseling. Het beoordelen of een installatie voldoende veilig is, kan daardoor ook het beste in dialoog gebeuren. Vooral bij zaken die niet of nauwelijks door de 'regels' en 'normen' gedekt worden, is dit van groot belang. |
Om budgettaire redenen worden veel
stress-engineers verplicht zich strikt aan de opdracht te houden.
Naar Stoomwezen toe luidt de opdracht: kijk alleen of het met de
'regels' in overeenstemming is.
De Stoomwezenbeoordelaar krijgt van zijn management te horen zich
eveneens strikt aan deze opdracht te houden. Van enige dialoog
tussen stress-engineers en beoordelaar is geen sprake meer. Als
iets niet volgens de 'regels' vereist wordt, simpel omdat dat
fenomeen niet genoemd wordt, moet de berekening in principe
volgens deze regels goed zijn.
Het kan toch niet waar zijn dat de kwaliteit van het resultaat ten onder gaat aan 'kwaliteitssystemen'. Om die reden zou ik iedere techneut willen oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. We moeten weer een beetje terug naar hoe het was: een samenspel tussen stress-engineer en Stoomwezenbeoordelaar.
De veel gehoorde stelling 'ik heb het altijd zo gedaan' is natuurlijk heel wat anders. Ik heb de afgelopen drie jaar veel werk onderhanden gekregen van mensen die al jarenlang iets niet correct uitvoerden. Simpelweg omdat ze de theorie niet begrepen. In het verleden is er gekeken in hoeverre er zich geen gevaarlijke situaties voor konden doen. Was dit niet het geval dan werd de installatie 'vrijgegeven'. De rekenaar dacht in dat geval dat ook zijn berekening was 'goedgekeurd'. Dit zijn echter twee verschillende zaken.
Ik heb de achterkant van het gelijk mogen bestuderen. Nu ik uitgestudeerd ben ga ik maar weer terug naar Tebodin in Den Haag.
Dank voor alle plezierige tijd met plezierige collega's.
Paul W.H. Voorhaar
Bovenstaand artikeltje heb ik in 1998 geschreven voor het Stoomwezen bulletin.
Dit is een intern blaadje van en voor Stoomwezenpersoneel. Het artikeltje is destijds niet geplaatst. Toen ik mijn web-site opzette
kon ik wel wat tekst gebruiken en heb het toen daar voor benut.
Ik kon toen niet vermoeden dat feiten die later zouden optreden dit artikel in een ander daglicht zouden plaatsen. Hierdoor voelen sommigen zich (onterecht) aangesproken.
Na de rampen die sindsdien zijn gebeurd geven de betrokkenen aan steeds correct volgens de regels te hebben gehandeld. Hun treft dus geen blaam. Niemand is schuldig. Of toch? De overheid heeft met de veruiming van regels, de globalisering van de keuring, het inkrimpen van de finaciele middelen en de versoepeling van het toezicht een 'aanvaard risico' geaccepteerd. Deze rampen horen helaas bij dat aanvaarde risico. De vraag is of dit voor iedereen 'aanvaarbaar' is.